Hypo en gewicht

on zondag, 16 februari 2014.

Door Josine Thomassen

Veel mensen met hypothyreoïdie proberen hun gewicht te normaliseren, maar dat valt niet mee. Gewichtsverlies zonder goed 'ingesteld' te zijn is helemaal moeilijk. Natuurlijk moet je eerst weten of je hypothyroïdie goed is behandeld. Voor de meeste mensen moet het TSH tussen 1 en 2 zitten, voordat ze zich een beetje goed beginnen te voelen. Slik je ook T3? In een wetenschappelijk onderzoeksrapport (11 februari 1999 in the New England Journal of Medicine) staat dat veel patiënten zich beter voelen met een combinatie van T4 en T3.

Slik of eet je iets dat opname van je schildkliermedicijn verstoort? Bijvoorbeeld calciumtabletten tegelijkertijd innemen met je schildkliermedicatie is geen goed idee. Veel artsen vinden dat je minstens twee uur moet wachten, voordat je calcium of ijzer neemt.
Er zijn drie mogelijke factoren die het voor schildklierpatiënten moeilijk maken om gewicht te verliezen: een veranderd metabolisch "setpoint," veranderingen in de "brainchemistry" als gevolg van ziekte en stress en "insuline resistance". Als je zeker weet dat je 'goed bent ingesteld' volgens je arts en volgens jezelf, dan moet je iets weten over Dr. Lou Aronne en zijn boek "Weigh less, live longer".

Dr. Aronne gelooft dat iedereen een vast gewicht heeft dat bij hem past, het "setpoint" voor de stofwisseling, net zoals je lichaam een setpoint heeft voor de lichaamstemperatuur van 37 °C. Je lichaam wil dat setpoint behouden. Als je meer gaat eten, zal dat resulteren in een geringe gewichtstoename. Daarna zal je stofwisseling versnellen, je eetlust verminderen en een deel van je gewichtstoename verdwijnen. Hij noemt dit de weerstand van je stofwisseling (metabolic resistance).
Bij mensen met een chronisch overgewicht is deze weerstand klein. Als je steeds meer calorieën binnenkrijgt dan je kunt verbranden, dan wordt de weerstand verzwakt en bereikt je lichaam een hoger setpoint. Als je dan minder gaat eten, zal de stofwisseling op een lager pitje gaan draaien en val je niet zoveel af als je op grond van het aantal calorieën dat je binnenkrijgt zou verwachten. Dit verklaart waarom sommige mensen veel eten en toch een relatief laag gewicht weten te behouden en dat andere mensen van weinig eten toch aankomen: je lichaam biedt weerstand en probeert het setpoint voor het gewicht te behouden.
De tweede oorzaak heeft te maken met "veranderingen in de hersenen" door de hypothyreoïdie. Honger ontstaat in de hersenen: je hypothalamus signaleert dat je energie nodig hebt en voorziet de neurotransmitter van de boodschap "eet". Deze boodschap voel je als honger. Als de hypothalamus signaleert dat je genoeg hebt gegeten, komt er serotonine vrij om je lichaam te vertellen "genoeg". Dit mechanisme kan echter worden ontregeld. Je stofwisseling is te traag voor het niveau waarop je hersenen je waarschuwen dat je honger hebt. Hypothyreoïdie maakt de stofwisseling namelijk trager! Wat de hersenen als genoeg voedsel waarnemen kan meer zijn dan waarop je stofwisseling is ingesteld, zodat je gewichtstoename krijgt. Het is ook bekend dat stress de aanmaak van de neurotransmitter serotonine vermindert. Door aan sport te doen wordt op een natuurlijke manier de aanmaak van serotonine bevorderd. Door sommige artsen wordt ook St. Janskruid aanbevolen.
Een derde oorzaak is "resistentie tegen insuline". Insuline is een hormoon dat wordt aangemaakt door de alvleesklier. Als je voedsel eet dat koolhydraten bevat, zet je lichaam dat om in suiker. Deze suikers worden in het bloed opgenomen, om daar de 'bloedsuikerspiegel' te beïnvloeden. De alvleesklier produceert dan insuline om de cellen te stimuleren bloedsuiker op te nemen en als energiereserve op te slaan, waarna het bloedsuikergehalte weer zijn normale niveau krijgt. Koolhydraten kunnen 'makkelijk' op te nemen zijn (pasta, wit brood, suiker en wit meel) of  'moeilijk' (koolhydraten in groenten, fruit en volkoren producten). Recente inzichten zijn dat we de gemakkelijk op te nemen koolhydraten helemaal niet nodig hebben, en bovendien slecht kunnen verdragen. Voor een kwart van alle mensen zou gelden dat overmatige productie van insuline ervoor zorgt dat de lichaamscellen minder gevoelig worden voor insuline. Dit heeft vergaande gevolgen: het lichaam wordt minder gevoelig voor de werking van insuline, dus zal het eten van koolhydraten niet de benodigde energie opleveren, en nog meer trek in koolhydraten veroorzaken. Onnodig te zeggen dat je dan aankomt. Hypothyreoïdie vertraagt ook het vermogen van de cellen om bloedsuiker op te nemen en houdt daarmee ook een hoger bloedsuikergehalte in stand en daar weer mee gepaard een hoge insulineproductie.
Gewichtsverlies is de belangrijkste methode om ongevoeligheid voor insuline te voorkomen. Voor mensen die ongevoeliger zijn voor insuline is de meest effectieve methode om een dieet te nemen met weinig vet, weinig koolhydraten en zeker geen makkelijke. Dus geen suiker, geen witte pasta, geen witte rijst, geen wit brood en geen gebak en toetjes.

Mag je dan nog wel iets eten? Het wordt lastig en je zult je voedingsgewoonten eens stevig onder de loep moeten nemen, met daarbij aandacht voor kip, vis, groenten, fruit en sommige granen. Volg een gezond, op natuurlijke voedingsmiddelen gebaseerd, dieet dat rijk is aan voedingsstoffen, ter aanvulling van een behandeling voor een betere schildklierfunctie. Eet zeevis en eieren, drink melk. Vermijd rauwe kool, rapen, koolrabi, pinda's en mosterd (deze voedingsmiddelen remmen de opname van jodium). Eet voedingsmiddelen die veel B -vitamines en seleen bevatten zoals boekweit, orgaanvlees, peulvruchten, linzen, levertraan, noten, avocado's en eieren. B 12 zit in eieren, melk, vis, vlees. B 6 zit in bijna alle producten
Overweeg voedingssupplementen met de voornaamste vitamines plus calcium, magnesium, selenium (zit in granen, groente) en zink. Vitamine A (niet caroteen) in combinatie met eiwitten is essentieel voor de omzetting van T4 naar T3, net als magnesium (zit in melk, groente), seleen en zink (zit in vlees, brood, noten, kaas en peulvruchten). Foliumzuur zit in granen, melk, fruit, groene groente.
Wie geen of nauwelijks schildklierfunctie heeft kan geen vitamine B12 absorberen. Als een
dergelijke deficiëntie ernstige vormen aanneemt kan dit o.a. neuritis en bursitis tot gevolg hebben. Neem Armour Thyroid, een natuurlijk schildklierhormoon gewonnen uit varkens als u geen synthetische hormoonvervangingstherapie wenst te ondergaan. Dit preparaat bevat T3 en T 4. Het boek Your Guide to Metabolic Health bevat een grote hoeveelheid zelfhulpinformatie. (1)
We weten van minstens twee zeer giftige stoffen dat ze de normale functie van de schildklier emstig kunnen verstoren: fluoride en kwik. Dit wordt door de gangbare geneeskunde keer op keer over het hoofd gezien.
Fluoride: vanaf 1930 werd fluoride gebruikt om hyperthyroïdie en schildkliertumoren te behandelen. Toen erkende men dat dit tot leverproblemen leidde, want daar vindt het grootste deel van de omzetting van T4 naar D plaats. Minder en Gordonoff maakten melding van een antagonisme tussen jodium en fluor. Fluor is met afstand het meest reactieve element uit de groep van de halogenen en het is bekend dat het jodium kan vervangen en het jodiumtransport kan remmen. Zelfs nu bestaan er nog geneesmiddelen op basis van fluor ter controle van hyperthyroïdie (zoals fluorotyrosine), antidepressiva (fluoxetine [ProzacJ) en antipsychotica (flupenthixal. Trifluoperozine).
Andreas Schuld, directeur van de organisatie 'Parents of Fluoride-Poisoned Children', heeft gegevens uit een groot aantal onderzoeken verzameld waaruit duidelijk blijkt dat de symptomen van fluorvergiftiging identiek zijn aan die van hypothyroïdie en schildklierafwijkingen. Zijn laatste literatuuronderzoek heeft veel aanwijzingen aan het licht gebracht over hoe fluoride de activiteiten van schildklierstimulerend hormoon (TSH) nabootst, vooral wanneer fluordeeltjes zich in water aan aluminium hechten. Daardoor worden eiwitten geactiveerd die de activiteit van T3 in cellen kunnen remmen.

Kwik: diverse studies hebben melding gemaakt van hoge kwikconcentraties in de hypofyse van tandartsen. Daarbij ging het om post-mortem onderzoeken en werden de concentraties in de hypofyse vergeleken met die in andere delen van de hersenen. De opeenhoping van kwik in de hypofyse is van bijzonder belang,. aangezien de controle die deze klier uitoefent over de productie van veel hormonen (waaronder schildklier- en bijnierhormonen) praktisch alle lichaamsfuncties beïnvloedt. Onderzoek van de hypofyse van mijnwerkers in kwikmijnen onthulde dat de hypofyse en de schildklier de hoogste concentraties bevatten, grotere concentraties bijvoorbeeld dan in de nieren, longen en delen van de hersenen. (2)
Dr. Mike Fitzpatrick, een milieu-wetenschapper en fyto-onderzoeker heeft diepgaande studies over soja uitgevoerd.  Dr. Fitzpatrick maakt duidelijk dat sojaproducten een bepalende invloed kunnen hebben op zowel volwassenen als kinderen. In het bijzonder is hij ervan overtuigd dat fabrikanten van soja de isoflavonen dienen te verwijderen, want die werken tégen de schildklier. Onderzoekers hebben vastgesteld dat isoflavonen fungeren als krachtige anti-schildklier agenten, die in staat zijn de schildklierfunctie te onderdrukken en  hypothyreoïdie te veroorzaken of te verergeren.. Soja is een fyto-oestrogeen, en dus handelt het in het lichaam als een hormoon, dus het is geen verrassing dat het samenwerkt met het delicate evenwicht van de hormonale systemen van de schildklier. Hoge consumptie van soja- producten veroorzaakt ook struma. (3)

Om te zorgen dat u niet uw eigen schildkliergezondheid saboteert, leer over voedsel en groenten die kunnen interfereren met uw schildklier.

1. Bron: www.me-cvs.nl
2. Bron: blog.seniorennet.be 3. (Anti-schildklier isoflavonen uit soja: isolatie, karakterisering en werkingsmechanismen, Divi RL; Chang HC; Doerge DR, Nationaal Centrum voor toxicologisch onderzoek, Jefferson, AR 72079, USA , Biochem Pharmacol, 1997 Nov, 54:10, 1087-96)